(NLD. Schoorl, Conserve. 1990) : "een Jacobslegende" (la route vers les étoiles) ; roman.

Répondre à cet article

Messages

  • 6 février 2010
    Bernard Delhomme

    ’Je had me die ochtend moeten zien wegstappen. Ik was knap van gestalte en voorkomen : mijn haar blond als de vlakte van Castrojeriz, mijn ogen blauw als de hemel hier boven ons. Ik was gevoed uit een rijke beurs en gekleed in dure geweven stof - een goudhaantje. De hoed met brede rand waarop ik, een wissel trekkend op de goede afloop van onze tocht, de Jacobsschelp al had vastgemaakt stond zwierig op mijn hoofd.’

    De lustige pelgrim is Hugo van Xanten, wanneer hij samen met zijn ouders uit het Rijnland naar Santiago de Compostela vertrekt. Maar God of de duivel heeft onverwachte dingen met hem voor. Oud geworden, op zijn laatste vermoeiende reis onder de levenden, vertelt Hugo aan ieder die hem het oor wil lenen over zijn wonderlijk verlopen leven.

    Jan Houdijk heeft de meest bekende legende verbonden aan de pelgrimage naar Santiago - die van de gehangene van Santo Domingo de la Calzada - tot uitgangspunt genomen van zijn vertelling. Het fel gekleurde bestaan in de twaalfde eeuw, op en langs de wegen, in klooster, hospitaal en stad, wordt aan de hand van Hugo’s levensverhaal getekend.